Maan
De maan is tijdens de
sterrenkijkavonden van 2009 voor iets meer dan de helft verlicht.
Op de grens van licht en donker zijn oneffenheden op de maan dan goed
te zien, omdat er op die plaats schaduwen ontstaan. Daardoor zijn door
een telescoop vele kraters en bergketens op indrukwekkende wijze
zichtbaar. Ook met een verrekijker kunnen we op de maan al enkele
kraters zien;
een telescoop toont er vele tientallen.
Saturnus met de ring
De planeet Saturnus staat net als de maan
de hele avond hoog aan de hemel. Het is de helderste stip in die
hemelstreek.
Hij is ook herkenbaar aan zijn licht: het lichtje van de planeet
twinkelt niet, dat van de sterren wel. Saturnus is omgeven door een
fraaie ring: zo is het een van de mooiste hemellichamen die we met een
amateurtelescoop kunnen zien. Behalve die ring toont een kijker ook een
of meer van de vele manen van Saturnus. De ruimteverkenner Cassini van
NASA die nu al enkele jaren bij Saturnus is, heeft er van dichtbij
indrukwekkende beelden van gemaakt. Op Titan, de grootste maan en het
best te zien met een telescoop, is in 2005 de Huygens sonde
van ESA geland. Onderstaande foto toont Saturnus met zijn ring ver
open. Tijdens de sterrenkijkdagen van 2009 staat de ring minder ver
open, maar is door een telescoop goed te zien.
Nevel op 1500 lichtjaar
Het sterrenbeeld Orion staat 's avonds
in het zuidwesten. Onder de drie gordelsterren in het midden van dit
sterrenbeeld zien we met het blote oog – als het goed helder
is – een klein vlekje. De verrekijker laat een duidelijk
neveltje zien en een telescoop biedt een prachtig grillige nevelvlek
met sterretjes erin: de beroemde Orionnevel. Het is een gebied van
waterstofgas tussen de sterren, op 1500 lichtjaar van ons vandaan, waar
nog steeds nieuwe sterren geboren worden.
Dit zijn slechts enkele hoogtepunten
van de vele mogelijkheden aan het nachtelijk firmament.
|